Home Basiskennis Profeet Muhammad Wat heeft Muhammad ﷺ gezegd?

Wat heeft Muhammad ﷺ gezegd?

Wat heeft Muhammad gezegd

Muhammad (vrede en zegeningen zijn met hem) heeft heel wat belangrijke principes, leefregels en morele lessen onderwezen. Zijn gedragsregels voor een oorlogssituatie vormden niet alleen de voorloper van de Conventie van Genève, ze overtroffen haar bepalingen zelfs.

Denk hier eens over na:

Alle onschuldige levens werden als heilig gezien. Daarom mocht niemand worden geschaad behalve degenen die in een actieve strijd tegen hen waren verwikkeld. Het redden van één enkel leven stond gelijk aan het redden van de hele wereld, terwijl het wegnemen van een enkel leven gelijk stond aan het doden van iedereen op aarde.

Geen volk of stam mocht worden uitgemoord, al hadden sommigen van hen dat wel met de moslims geprobeerd. Hij ﷺ bood iedereen wederzijdse bescherming en vergiffenis aan, zelfs nadat sommigen van hen hun beloftes meerdere keren hadden verbroken. Hij gaf geen bevel tot de aanval zolang niet duidelijk bewezen was dat de betrokkenen in oorlogstijden verraad hadden gepleegd en dat ze tot elke prijs hadden geprobeerd om de Profeet ﷺ en de moslims ten val te brengen. Wraak tegenover Joden was enkel toegestaan tegenover verraders, en niemand anders.

In die tijd was het houden van slaven een algemeen verspreid gebruik onder alle stammen en volkeren. Het was de Islam die het vrijlaten van slaven heeft aangemoedigd, vanwege de grote beloning van Allah voor wie hieraan gehoor gaf. De Profeet ﷺ gaf zelf het voorbeeld door zijn slaven hun vrijheid te schenken en zijn volgelingen aan te moedigen om hetzelfde te doen. Denk maar aan zijn eigen bediende, Zaid ibn Al Haritha, die hij eigenlijk als een zoon zag, en aan Bilal, de slaaf die Abu Bakr alleen maar heeft gekocht om hem daarna vrij te kunnen laten.

Ondanks de vele pogingen om Muhammad ﷺ te vermoorden (*) stond hij zijn metgezellen niet toe om ook maar iemand die daarbij was betrokken te doden. Het beste bewijs hiervoor zien we op de dag dat de moslims triomfantelijk Mekka innamen. Het eerste wat hij ﷺ zijn volgelingen opdroeg was een bevel om geen enkele stam of familie kwaad te doen. Dit was één van zijn meest beroemde daden van vergiffenis en nederigheid.

Gewapende strijd was tijdens de eerste dertien jaar van zijn profeetschap verboden. De Arabieren hadden niemand nodig om hen te vertellen hoe ze moesten vechten en strijd leveren. Op dat vlak waren ze experts. De vetes tussen hun stammen duurden vaak tientallen jaren. Het is pas toen Allah de juiste methode voor oorlogsvoering in de Koran openbaarde, met de gepaste rechten en beperkingen volgens Zijn Geboden, dat vergeldingsacties en gewapende strijd werden toegestaan. De bevelen van Allah maakten duidelijk wie ze mochten aanvallen, hoe en wanneer ze mochten vechten en hoe ver ze daarin mochten gaan.

Het vernietigen van infrastructuren is absoluut verboden, behalve in bepaalde gevallen wanneer Allah het beveelt, en dan nog enkel in overeenstemming met Zijn Geboden.

Zijn vijanden vervloekten de Profeet ﷺ en riepen allerlei kwaad over hem af, terwijl hij doorging met bidden voor hun leiding. Een welbekend voorbeeld hiervan is zijn reis naar At-Taif. De leiders van de stam wilden hem niet eens aanhoren en weigerden hem zelfs de minimale gastvrijheid te betuigen. In plaats daarvan stookten ze de straatkinderen op om stenen naar hem te gooien. Dat was zo erg dat hij ﷺ over zijn hele lichaam bloedde en het bloed zelfs in zijn sandalen stond.

Profeet Muhammad ﷺ beweerde dat elke persoon wordt geboren als moslim, in een toestand van ISLAM (onderwerping aan God, op Zijn voorwaarden en in vrede), als moslim (het woord mo-Islam betekent “degene die Islam doet”, die zich onderwerpt aan Gods Wil en die gehoorzaamt aan Zijn Bevelen). Hij voegde eraan toe dat God elke mens heeft geschapen volgens Zijn plan, en dat zijn ziel aan Hem toebehoort. Als de mens opgroeit, begint zijn geloof langzamerhand uit balans te raken, door de invloeden van de maatschappij rondom hem en door zijn eigen vooroordelen.

Muhammad ﷺ leerde zijn volgelingen te geloven in de God van Adam, Noach, Abraham, Jacob, Mozes, David, Salomon en Jezus, vrede zij met hen allen, en om in hen te geloven als ware profeten, boodschappers en dienaren van Allah, de Almachtige. Hij benadrukte dat alle profeten een even hoge status genieten, zonder onderscheid.

Ook onderwees hij dat de Torah (het Oude Testament), de Zaboer (de Psalmen) en de Indjiel (het Evangelie of het Nieuwe Testament) oorspronkelijk van dezelfde bron als de Koran voortkomen, namelijk van Allah, langs de engel Gabriël. Aan de Joden vroeg hij om te oordelen in overeenstemming met hun eigen Boek. Daarop probeerden ze om delen ervan te verhullen en zo het juiste oordeel te verbergen, in de wetenschap dat hij ﷺ niet kon lezen.

Hij voorspelde gebeurtenissen die later ook werkelijk zo plaats vonden zoals hij ze had voorspeld. Hij sprak over zoveel zaken die niemand in die tijd kon weten. Door de eeuwen heen hebben we echter telkens weer bewijzen gevonden in de wetenschap, zoals in de biologie, embryologie, psychologie, metrologie, geologie en vele andere disciplines. Denk ook aan ruimtereizen en draadloze communicatie, allemaal zaken die we vandaag vanzelfsprekend vinden. Hij vertelde zelfs dingen uit het verleden waarvan pas veel later zou blijken dat ze werkelijk gebeurd zijn.

De Koran vertelt bijvoorbeeld dat de Farao in de Rode Zee verdronk terwijl hij Mozes achtervolgde, en dat Allah toen heeft gezegd dat Hij de Farao zou bewaren als een teken voor later. In zijn boek “Bible, Quran and Science (Bijbel, Koran en Wetenschap)” maakt Dr Maurice Bucaille duidelijk dat dit ook werkelijk is gebeurd. Het lichaam van de Farao werd in Egypte ontdekt en staat nu tentoon, zodat iedereen hem kan zien.

Deze gebeurtenis vond plaats duizenden jaren voor de komst van Muhammad ﷺ terwijl we pas enkele decennia geleden, vele eeuwen na zijn dood, het bewijs hiervoor hebben ontdekt.

Muhammad ﷺ of zijn volgelingen hebben nooit ofte nimmer beweerd dat hij een zoon van God was, noch een incarnatie van God of een mens met goddelijke eigenschappen. Hij werd, en wordt nog steeds, beschouwd als een Boodschapper die door God werd uitverkoren. Hij drong erop aan dat de mensen alleen de Almachtige God zouden prijzen, en dat ze op geen enkele manier hemzelf of één van zijn gezellen zouden verheerlijken. Dit terwijl de meeste mensen niet aarzelen om anderen, wiens levens en missies vervaagd zijn tot legendes, te verheffen tot een goddelijke status en hen zelfs tot “goden” uit te roepen. Historisch gezien heeft geen enkele van deze legendes zelfs maar een fractie gerealiseerd van wat Muhammad ﷺ ooit heeft bereikt.

De mensheid verenigen rond de aanbidding van de Ene God van Adam en alle andere profeten, vrede zij met hen allen, was de voornaamste motivatie van Profeet Muhammad ﷺ. Zijn hele streven was er enkel en alleen op gericht dat iedereen de morele codes zou begrijpen en naleven die Allah in Zijn Openbaringen heeft uiteen gezet.

Vandaag kennen we na veertien eeuwen nog steeds het leven en het onderricht van Muhammad ﷺ, zonder dat iets ervan is verloren gegaan, veranderd of toegevoegd. Ze bieden dezelfde onsterfelijke hoop voor de genezing van de ziektes van de mensheid als toen hij nog leefde. Dit is geen bewering van de volgelingen van Muhammad ﷺ, maar de onvermijdelijke conclusie waartoe een kritische en onbevooroordeelde kijk op de geschiedenis ons dwingt.

Muhammad ﷺ beweerde dat hij een dienaar, boodschapper en Profeet van de Almachtige God was, de God van Adam, Abraham, Mozes, David, Salomon en Jezus, de Christus, zoon van Mariam (vrede zij met hen allen). Hij verklaarde dat hij een openbaring ontving van de Almachtige God (Allah) door de Aartsengel Gabriël. De naam van die Openbaring is “Recitatie” (Koran in het Arabisch).

Hij droeg de mensen op om alleen in de Ene God te geloven, zonder deelgenoten, en om de Geboden van de Almachtige God zo goed mogelijk na te leven.

Hij verbood zichzelf en zijn volgelingen alle zondige gebruiken en vieze gewoontes. Dat deed hij door hen de juiste manier te tonen om te eten, te drinken, het toilet te gebruiken en zich in alle relaties correct te gedragen. Dit, zo verklaarde hij, kwam allemaal van Allah.

* Het meest bekende voorbeeld was de nacht toen Ali zijn plaats in zijn bed innam, terwijl hij en Abu Bakr naar Medina vluchtten.
Load More Related Articles
Comments are closed.

Check Also

Time management – 7 tips van de Islam

Het leven is niets meer dan een korte tussenhalte op onze reis naar het Hiernamaals. Wacht…